NL-politiek in China, nr. 5; mens aan de macht
NL-politiek in China
5. Mens aan de macht
Met Herbert Grönemeyers epische Mensch als oorwurm in mijn hoofd loop ik van het superdeluxe Newmart winkelcentrum naar het levendige plein in het midden van de rotonde in het midden van de stad. Mensen krioelen door elkaar. Achter provisorische kraampjes verkopen mensen hun waar.
Momentan ist richtig
Momentan ist gut
Nichts ist wirklich wichtig
In hoofdstuk 8 van zijn biografie over de nieuwe keizer van de Volksrepubliek beschrijft Ties Dams de president van dit machtig interessante land als een junzi, de ideale confucianistische heer: trouw, gedisciplineerd, wijs, sober en harmonieus. Het is een manier ernaar te kijken.
Und der Mensch heißt Mensch
Weil er vergisst
Weil er verdrängt
Und weil er schwärmt und stählt
Weil er wärmt, wenn er erzählt
Zijn streven is gericht op een harmonieuze samenleving. Een eensgezind evenwicht tussen maatschappij, markt en macht. De maatschappij, dat is de massa. De markt is de vrijheid te ondernemen. De macht, dat is de overheid. In dit land is dat bijna hetzelfde als de partij.
Und der Mensch heißt Mensch
Weil er irrt und weil er kämpft
Und weil er hofft und liebt
Weil er mitfühlt und vergibt
In het midden van de driehoek maatschappij – markt – macht staat de mens. Zonder mensen geen maatschappij. Zonder menselijk initiatief geen markt. Zonder menselijkheid is de macht bruut en rauw. Ongecontroleerde macht ontspoort onvermijdelijk in onmenselijkheid.
Und der Mensch heißt Mensch
Weil er lacht
Weil er lebt
Du fehlst.