NL-politiek in China, nr. 2; De achterlijkheid voorbij
NL-politiek in China
2. De achterlijkheid voorbij
Al heel lang kijken we vanuit een bijna onwrikbaar frame naar politiek. Het frame van links en rechts. Progressief en conservatief.
Een beetje een achterlijk frame. De wereld is zo heel erg veel kleurrijker dan die ubersimplificatie. Zelfs met de toevoeging midden blijft het een beschamend povere poging de politieke werkelijkheid te vatten. Een belediging voor onze menselijke intelligentie.
Er valt wel wat voor te zeggen, hoor, het is niet helemaal onzinnig. Het houdt de complexe werkelijkheid lekker overzichtelijk. Het maakt het gemakkelijk ingewikkelde verhoudingen plat te slaan, en daardoor eenvoudig te begrijpen.
Maar eenvoud bedriegt.
En dat simpele frame is zelfs gevaarlijk als het overdreven wordt. Als we onszelf als links, rechts of midden identificeren om onze standpunten te rechtvaardigen. Als we mensen in het uiterste hok links of het extreme hok rechts stoppen en hen dan verketteren. Weg is de nuance.
Een ander frame, waar we zo aan gewend zijn geraakt dat we het niet eens meer als een kunstmatig gefabriceerd model zien: het schema van winnen of verliezen.
Democratische politiek is al lang niet meer een platform om tot besluiten te komen, het is verworden tot een arena waarin wedkampen gevoerd worden. Het gaat al lang niet meer om verschillen van inzicht, het gaat er al lang niet meer om gezamenlijk wijze besluiten te nemen.
Best te begrijpen. Onze hele samenleving is doortrokken van competitie en concurrentie. Niet alleen in de politiek, ook in de economie en zelfs in de rechtspraak denken we in winnen en verliezen.
Een lekker gemakkelijk frame. Winnen is goed, verliezen fout. Gemak dient de mens, dus waarom zouden we het niet eenvoudig houden?
Maar eenvoud bedriegt.
En die simpele opvatting van politiek wordt gevaarlijk als winnen het doel op zich wordt.
Het gaat erom te winnen, en soms gaat het erom vooral niet te verliezen. Wie wil er nou een loser zijn? Als je wint heb je vrienden. Maakt niet uit hoe. Het doel heiligt de middelen en het doel is winnen, niet een goed besluit.
De Verenigde Staten laten ons zien wat voor ellende een simplistisch politiek systeem op kan leveren. Niet omdat de mensen daar dat willen. Ik geloof niet dat Amerikanen simpeler zijn dan wij Europeanen of Chinezen. Alleen leidt een zwart-wit kiessysteem in combinatie met een winnen-of-verliezen mentaliteit tot alles-of-niets politiek. Wie niet voor is, is dus tegen.
Toen halverwege de 18de eeuw de founding fathers van de Amerikaanse constitutie dat systeem bedachten paste het bij de omstandigheden van die tijd. Vandaag is het achterhaald.
Kan het ook anders?
Wat als je aan een politieke verkiezing meedoet niet om te winnen, maar om het meedoen? Om je stem te laten horen? Om het verhaal?
Wat als een debat een gesprek wordt? Als het er niet om gaat een punt te maken? Als scoren niet het doel is?
Wat als het om luisteren en vertellen gaat? Als het doel is te luisteren hoe andere mensen tegen een dilemma aankijken? Te vertellen hoe dat bij de eigen zienswijze past?
Als winnen geen rol speelt, valt er ook niet te verliezen.
Moeilijk? Zeker. Nuance is nooit eenvoudig, nooit gemakkelijk. Dat is een slecht excuus er niet op te drammen.
Morgen deel 3: groeistuipen.