Bigmouth Strikes Again (vervolg 2)
Spoiler alert: oeverloos verhaal
Donderdag 27 augustus 2020
de vijfde van negen
Thuis in Anshan
Lieve Sigrid,
Hoe heilig zijn de engelen?
Waar in politiek schuilt hypocrisie?
Kunt u mij de weg naar Disneyland vertellen?
…
Met de taxi verdwaald in Parijs. Morrissey’s Bigmouth leidde me van de juiste weg af.
Voor een rood licht zie ik aan de overkant een engel. Yes! This is my lucky day. Groen, en ik rijd naar haar toe. Kunt u mij de weg naar Disneyland vertellen, mevrouw?
“Ja hoor,” zegt ze. “Volg mij maar,” en ze zweeft voor me uit. Ik erachteraan, want je weet, Sigrid, als engelen ons stervelingen de weg wijzen hebben wij maar één ding te doen: volgen.
Boem! Voor ik het goed en wel in de gaten heb sta ik bij Petrus aan de Hemelpoort.
“Maar meneer ton,” begint Petrus. “Wat komt u doen? U bent veel te vroeg.”
“Ja, luister eens,” begin ik Petrus van repliek te dienen. “Ik ben hier niet uit vrije wil, hoor. Ik volgde zo’n engel van u, en voor ik het wist belandde ik hier. Maar nu ik er toch ben, ik zie daar achter die poort allemaal verboden vruchten vrij voor het plukken. Dat wil ik ook wel. Mag ik naar de Hemel?”
Petrus begint te lachen. Een mooie volle rondrollende lach. “Maar meneer ton, wat denkt u nou? Dat wij zomaar iedereen in de Hemel kunnen toelaten? Dat kan toch niet? Dat zou toch een zooitje worden?”
Eenmaal uitgelachen vraagt Petrus me: “wat heeft u met uw leven gedaan dat u vindt dat u toegang tot de Hemel verdiend heeft?” Klemtoon op verdiend.
“Ik zal maar eerlijk zijn,” begin ik, want je weet, Sigrid, tegen Petrus kun je niet jokken, die weet immers toch alles. “Voor mijn vrienden was ik geen goede vriend, voor mijn vrouw geen goede echtgenoot, en voor onze kinderen een hele slechte vader.”
Stilte. Even kijken wat Petrus te zeggen heeft. Even stil staart hij me terug. Uitdrukkingsloos.
“Maar,” verdedigt de advocaat in me. “Over de hele wereld heb ik gezworven. Over de hele wereld heb ik verhalen verteld. Met die verhalen heb ik alle mensen van de hele wereld een glimlach op het gelaat getoverd. En dus heb ik de wereld een beetje mooier gemaakt, want een mooiere wereld begint met een glimlach. En dus vind ik dat ik toegang tot de Hemel verdiend heb.”
Klemtoon op dus. 2x.
“Nou meneer ton,” begint Petrus. “U heeft wel een grote mond. Alle mensen van de hele wereld! Weet u wel niet hoeveel er dat zijn?”
“Ja, acht miljard,” maak ik mijn bluf nog erger dan het al was.
“We zullen eens kijken of het klopt. Of u uw grote mond ook waarmaken kunt.” Petrus pakt het grote boek erbij, bladert naar mijn dossier, leest erin en begint dan te lachen.
“Het klopt: u was een slechte vriend, een slechte echtgenoot, en een slechte vader.”
Dan een moment stilte.
“Maar dat andere klopt niet. Hier zie ik een lijst van miljarden en miljarden mensen die nog nooit van u gehoord hebben, laat staan een verhaal, laat staan erom geglimlacht. U heeft wel een grote mond, maar die kunt u niet waarmaken.”
“En nu dan? Mag ik dan niet naar de Hemel?”
“Nee, natuurlijk niet. Meneer ton, wat denkt u nou? Dat wij mensen met een grote mond die ze niet waar kunnen maken in de Hemel toelaten? Dat kan toch niet? Dat zou toch een zooitje worden?”
“En nu dan? Moet ik dan naar de Hel?”
Petrus buigt zich naar mij en fluistert: “ik zal u een geheim vertellen. De Hel bestaat niet. Dat hebben sommige mensen verzonnen om andere mensen bang te maken. Maar die is er helemaal niet. De enige hel die er is, is de ellende die mensen op Aarde veroorzaken. Verder is er in het Universum niets aan de hand.”
“Maar dan heb ik pas echt een probleem,” stamel ik. “Naar de Hemel mag ik niet, want ik had een grote mond die ik niet kon waarmaken. Naar de Hel kan ik niet, want die is er niet. Wat nu dan? Moet ik dan eeuwig in het luchtledige rond blijven dwalen?”
Petrus strijkt eens over zijn baard, denkt een paar minuten na, en zegt dan:
“Weet u wat, meneer ton? Ik stuur u terug naar de Aarde. U krijgt een tweede kans. Ga die grote mond maar eens waarmaken. Ga maar eens alle mensen van de hele wereld een glimlach op het gelaat toveren.”
“En,” voegde hij er nog aan toe. “Ik zal onze engelen uitdrukkelijk opdracht geven dat ze u pas weer mogen komen halen als we achter de naam van elk mens een vinkje hebben gezet; geglimlacht om een verhaal van meneer ton.”
Nou, je begrijpt, Sigrid: dat gaat nooit gebeuren. Alle mensen van de hele wereld! Dat is een mission impossible! Dus komen de engelen me nooit meer halen. Dus ga ik nooit meer dood.
Bigmouth strikes again!
And I’ve got no right to take my place
With the human race (oh oh)
Bigmouth la-da-da-dada
Bigmouth la-da-da-daa
Bigmouth strikes again!