De 27 Dagen Campagne, 25. Onze beschaving
Donderdag 27 augustus 2020
Dag 21 van de 27 Dagen Campagne
Starbucks The Mix C, Anshan
“Weet je wat de positieve kant van de Holocaust is?” vroeg Bert me. “En weet je wat jay walking is?” Ik wist het allebei niet.
Het was op een frisse maar mooie zondagmorgen in oktober. Bert en ik waren in Memphis voor de Gandhi King Conference on Nonviolence. Welk jaar weet ik niet meer. Van 2005 tot 2013 of 2014 ging ik elk jaar naar die tweedaagse conferentie over de idealen van Mohandas Gandhi en Martin Luther King.
Verbaasd kijk ik Bert eens goed aan. Wat is dat nou voor vraag?
Een man op leeftijd, eind 60 schat ik. Uit Seattle weet ik. Twee dagen geleden voor het eerst ontmoet, op de eerste dag van de conferentie. We waren allebei op de Christian Brothers University, de locatie voor de conferentie. Allebei vrijwilligers, ingedeeld in de ochtendploeg.
Het klikte direct. Misschien kwam dat wel doordat ik een Nederlander ben. Bert heeft in de jaren ’70 een paar jaar in Amsterdam gewoond, in een hotel gewerkt, en uit die tijd nog wat Nederlandse woorden en zinnen overgehouden.
Het antwoord op de jay walking vraag is simpel.
“Jay walking is verkeerd de weg oversteken,” zegt Bert. “Dat verkeerd kan van alles zijn. Schuin de weg oversteken in plaats van recht naar de overkant. Niet via een zebrapad lopen terwijl er vlakbij wel een is. Door rood licht lopen.”
Het antwoord naar de positieve kant van de Holocaust is heel wat minder eenvoudig.
Hoewel? Drie antwoorden geeft Bert me, en de eerste is verbluffend kort. “Zonder Holocaust geen Israël.”
Bert is Joods. Geboren en getogen in de Verenigde Staten, voorzover ik weet geen familieleden die in de Holocaust verdwenen zijn.
Zijn tweede antwoord is al wat uitvoeriger. Maar door zijn heldere redeneertrant nog steeds goed te volgen.
“Kijk,” zegt hij. “Die barbarij is nu eenmaal gebeurd. Hoe graag we ook zouden willen, die ellendige geschiedenis kunnen we niet meer terugdraaien. De verschrikkingen kunnen we niet ongedaan maken. We kunnen er wel van leren, heel veel van leren. De barbarij van de Holocaust is niet bedacht door Afrikaanse kannibalen, door Aziatische koppensnellers of door Arabische terroristen. De hele systematiek van vervolging, deportatie en efficiënt industriële vernieting van een hele groep mensen, enkel gebaseerd op het naakte feit van hun ras, is het weloverwogen bewuste bedenksel van blanke mannen met blond haar en blauwe ogen, die zichzelf beschaafd beschouwden. En voor we er een hanig mannendingetje van maken: binnen de kaders van hun rol deden de Duitse vrouwen volop mee.”
“En wat kunnen we daarvan leren?” begon het me al een beetje te dagen.
“De les,” ging Bert verder. “De les is dat de horror van de barbarij in de boezem van beschaving schuil gaat. Dat een beschaafde buitenkant een barbaarse binnenziel verhullen kan. Dat in ieder van ons het kwaad schuilt.”
De derde van Berts drie theorieën over de positieve kanten van de Holocaust begrijp ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet.
Een filosofische verhandeling over de relativiteit van goed en kwaad, over de eeuwige stroom die leven is, over plussen en minnen.
Bert vertelde dat goed alleen maar goed is omdat er kwaad bestaat, kwaad alleen maar kwaad omdat goed bestaat. Zonder het een verdwijnt het ander. Dat het leven een immere energiestroom is, die alleen maar kan stromen doordat de polen min en plus bestaan. Zonder min is er geen stroming, heeft plus geen nut.
Afijn.
Ik moet het nog eens goed laten bezinken, misschien een keer helemaal uitschrijven.
Na onze ontmoeting op die Gandhi King Conferentie in Memphis heb ik later Bert in Seattle opgezocht. Een week bij hem doorgebracht. Fantastische week. Nog naar de allereerste Starbucks winkel op Pike’s Place geweest, vlakbij Seattle’s vismarkt. En naar het hoofdkantoor gelopen, net buiten het centrum.