Top 27, nr. 4; Soldaat van Oranje

Top 27

27 dagen lang plaats ik een nummer uit mijn eigen Top 27. Een film, een boek, een lied. Met een verhaal.

Het kan van alles zijn. Een verwijzing naar de actualiteit, een achtergrondverhaal over wie ik ben, wat mij in mijn leven drijft, de missie die mij bezig houdt. Vandaag nummer 4.

27. Mississippi Burning

26. School, Supertramp

25. De Avonden, Gerard Reve

24. Once Upon a Time in the West

23. Break on Through, the Doors

22. Odysee, Homerus

21. Swiebertje

20. Brabant, Guus Meeuwis

19. Vier zwarte dagen

18. Pride (in the name of love), U2

17. Wall Street

16. Philips

15. Zing vecht huil bid lach werk en bewonder, Ramses Shaffy

14. Turks Fruit

13. Korfbal

12. Het dorp, Wim Sonneveld

11. Arendsoog

10. Money, Pink Floyd

9. The Godfather trilogie

8. Vincent van Gogh

7. Stil in mij, Van Dik Hout

6. Slumdog Millionaire

5. The Lord of the Rings, J.R.R. Tolkien

4. Soldaat van Oranje

In de geschiedenis van ons land is de oorlog een ijkpunt. En als wij het over de oorlog hebben, dan bedoelen we niet de Tachtigjarige Oorlog, de strijd tegen Napoleon of the Great War van ’14-’18, waar wij niet aan meededen. Als wij het over de oorlogsjaren hebben, bedoelen we steevast ’40-’45.

Zo’n grote crisis beleefde ons land, dat zo’n beetje alles daarbij vergeleken in het niet valt. Er is een geschiedenis vóór de oorlog, en een erna.

Een ijkpunt ook voor het ultieme goed en kwaad. Van verzetshelden wordt net iets meer gedoogd, en in onze woordenschat zijn NSB’er, fascist of Nazi heel erge scheldwoorden. Als je dat bent, dan ben je af; dan mag je niet meer meedoen. Een godwin is dan al gauw gebruikt.

Ooit kreeg ik van Sinterklaas een bouwpakket. Niet raar: bouwpakketten in elkaar zetten was deel van mijn lol. Een vliegtuig, een Stuka. Voor kenners: een Junkers Ju 87 duikbommenwerper. Voor niet-kenners: een Duits gevechtsvliegtuig uit het begin van de oorlog.

Dat jaar vierden we Sinterklaas bij mijn grootouders in Den Bosch. Dat bouwpakket was waarheidsgetrouw en had dus Duitse herkenningstekens. Mijn opa, die van 1910 was en ’40-’45 tot 1944 had meegemaakt, nam ernstig aanstoot aan het swastika-symbool op de staart van het vliegtuig. Gauw werd die Stuka weggemoffeld.

Onze oorlog staat niet op zichzelf, het was maar een klein deel van een veel groter geheel. ’40-’45 viel in dezelfde periode als ’33-’46. Net zoals ons land niet op zichzelf staat, we zijn maar deel van een groter geheel.

Een te overdenken bijzaak van die oorlog. Dus wij worden als land en als volk vijf jaar lang bezet door onze buren. Vijf jaar lang komen die ons vertellen hoe wij leven moeten. En o wee, wie tegenstribbelt. Dan wacht een vreselijk lot. Een snelle dood geldt nog als genade.

In wezen verschillen die Duitse buren niet zoveel van ons. Oké, we spreken verschillende talen en met voetbal worden we aartsvijanden genoemd, maar onze manier van leven heeft meer gelijkenissen dan verschillen. Met gemak gaan we bij elkaar op vakantie. En toch vieren wij nu, 75 jaar later, nog steeds elk jaar in mei dat we van die burenbezetting bevrijd zijn. Dat wij Nederlanders zijn, en geen Groot-Duitsers.

De nuance is natuurlijk dat we niet zozeer door de Duitsers bezet zijn geweest, maar door een onmenselijk misdadig regime dat toevallig in Duitsland aan de macht was gekomen. Als Fransen zichzelf beter konden organiseren waren het misschien de Fransozen wel geweest.

Hoe dan ook, na vijf jaar ellende is het afgelopen. Een klein beetje door eigen toedoen, maar vooral met Angelsaksische en Russische hulp en door Duitse overmoed.

Binnen vijf jaar sturen we zelf honderdduizend jonge jongens naar de andere kant van de wereld om daar andere mensen te vertellen hoe zij leven moeten. Zogenaamd onder het mom van orde en gezag, we noemen het dan ook geen oorlog maar politionele acties, maar in werkelijkheid gewoon om uit eigen belang daar de boel te bezetten en te profiteren van de natuurlijke rijkdommen.

Dat is toch raar? Dat wij als volk, of in ieder geval onze democratisch gekozen regering, na vijf jaar verschrikkingen niet het fatsoen kon opbrengen andere mensen diezelfde ellende te besparen?

Wat nog raarder is, we zijn de enige niet. Het wemelt in de wereldgeschiedenis van de volkeren die er, na een periode van doffe ellende, geen probleem mee hebben anderen eenzelfde ellende toe te brengen als de verhoudingen veranderd zijn.

Afijn. Food for thought.

Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vijf − vier =