Top 27, nr. 10; Money, Pink Floyd

Top 27

27 dagen lang plaats ik een nummer uit mijn eigen Top 27. Een film, een boek, een lied. Met een verhaal.

Het kan van alles zijn. Een verwijzing naar de actualiteit, een achtergrondverhaal over wie ik ben, wat mij in mijn leven drijft, de missie die mij bezig houdt.

Vandaag is de verjaardag van mijn vader. Hij wordt 83. Vandaag nummer 10.

27. Mississippi Burning

26. School, Supertramp

25. De Avonden, Gerard Reve

24. Once Upon a Time in the West

23. Break on Through, the Doors

22. Odysee, Homerus

21. Swiebertje

20. Brabant, Guus Meeuwis

19. Vier zwarte dagen

18. Pride (in the name of love), U2

17. Wall Street

16. Philips

15. Zing vecht huil bid lach werk en bewonder, Ramses Shaffy

14. Turks Fruit

13. Korfbal

12. Het dorp, Wim Sonneveld

11. Arendsoog

10. Money, Pink Floyd

Een oude wijze monnik die ik eens in de Indiase Himalaya ontmoette vroeg me op een dag of ik wist waar geld vandaan komt. Tuurlijk, antwoordde ik, de bank. Geld komt uit een geldautomaat. 

Nee, zei de monnik. Dat is alleen maar de uiterlijke vorm. Wat is de allerdiepste bron van geld?

De Nederlandse Bank, die drukt de biljetten en slaat de munten, probeerde ik.

Nee, gedecideerd stelde de monnik me teleur. Je denkt veel te oppervlakkig. Denk dieper.

De Europese Bank? Ik durfde het haast niet hardop te zeggen. Die creƫert uit het niets geld.

Nee. Even stellig. Je moet dieper dan niets graven.

Misschien mag ik je helpen, stelde de monnik voor. Als het regent, heb je dan tussen de waterdruppels wel eens geld naar beneden zien komen?

Nee, natuurlijk niet.

En als het sneeuwt of hagelt?

Ook niet.

En als het dondert en bliksemt en het stormt, heb je dan wel eens tussen al dat natuurgeweld geld zien aan komen waaien?

Nee.

Okay, we kunnen dus concluderen dat geld niet uit de lucht komt vallen.

En als een boer oogst. Graan of groenten of vruchten, heb je dan wel eens gezien dat hij geld plukt?

Nee, niet direct. Hij brengt het naar de markt en ruilt het om voor geld.

En als een slager een koe slacht en het kadaver uithouwt, heb je dan ooit gezien dat hij er geld uit haalt?

Nee, alleen vlees.

Een varken?

Ook alleen maar vlees. En botten.

En als een visser zijn netten uit de zee ophaalt en op het dek leegt, ooit gezien dat er geld tussen spartelt?

Nee, alleen vissen.

Okay, we kunnen dus concluderen dat geld niet uit de aarde komt, niet van de dieren, en ook niet uit de zee. Het is geen natuurproduct.

Ooit twee honden elkaar geld zien geven?

Nee, niet echt.

Twee katten dan?

Ook niet.

Dolfijnen of apen misschien, intelligente wezens toch?

Nee, zelfs die niet.

Okay, we kunnen dus concluderen dat alleen wij mensen geld kennen. Dieren zouden er geen raad mee weten. Misschien zouden ze het opeten, maar als ze het dan niet meteen uitspugen wordt geld hun dood. En geld heeft alleen waarde tussen mensen onderling, van zichzelf is geld waardeloos.

Ik geef het op. Ik weet niet wat de diepste bron van geld is.

Fantasie, fluisterde de monnik. Geld is niet echt. Het is bedacht, door ons mensen verzonnen. Geld is het product van onze verbeeldingskracht.

Maar daar staat toch waarde tegenover?

Zeker, maar die waarde varieert. Een mooi verzonnen boek of een goed gecomponeerd lied of een kunstig gefabriceerd schilderij kan vandaag waardevol en morgen waardeloos zijn. Bij aandelen in een onderneming is de waarde niet meer dan een verwachting.

En, ging de monnik verder, als geld fantasie is, dan is gebrek aan geld dus gebrek aan fantasie.

Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

tien − vier =